download pdf | ||||
Waar het precies was weet ik niet meer - misschien in de Martinihal in Groningen - en welk jaar zou ik ook niet meer weten - ergens halverwege de jaren tachtig van de vorige eeuw - het was in ieder geval in een tijd dat er in het Noorden nog regelmatig een kunstbeurs werd georganiseerd. Op zo’n kunstbeurs is het altijd een kakofonie aan kleur, vorm, beeld, waar je op den duur steeds sneller door heen loopt. In dit geval was het niet anders. Tot ik plotseling getroffen werd door een schilderij, niet eens groot, die alle aandacht naar zich toetrok en de rest van het tentoongestelde werk van anderen tot figuranten maakte. Het schilderij was helderblauw met een aantal witte rechthoeken, schijnbaar achteloos er opgezet, of eerder uitgespaard op het doek. Het leek alsof een aantal blanco velletjes papier in de blauwe lucht zweefden. Voor even voelde ik me net zo licht en luchtig als het schilderij zelf.
Eenzelfde soort ervaring had ik een paar jaar daarvoor op een expositie getiteld ‘Von Hier Aus’, ergens in Duitsland (ik meen Düsseldorf). In een immense fabriekshal was een expositie georganiseerd met toen bekende internationale (vooral Amerikaanse) en Duitse kunstenaars als Walter Dahn, Dokoupil, Immendorf, Salome en anderen. De heren en dames organisatoren en kunstenaars hadden flink uitgepakt. Schilderijen van drie bij vier meter waren geen uitzondering. Midden in de hal was een ruimte gebouwd van zo’n vijf bij vijf meter met een kleine ingang en uitgang. In deze ruimte hingen in mijn herinnering drie werken - die ik zo kan aanwijzen in publicaties - maar het kunnen er ook vier of vijf zijn geweest. In de enorme expositie was als het ware een kleine solo expositie geplaatst. In het geheel was dit een oase van rust met werken van Blinky Palermo. Van de rest weet ik weinig meer, maar deze kleine presentatie kan ik me nog goed herinneren.
Tineke zal het mij - denk ik - niet kwalijk nemen dat ik haar werk in verband breng met dat van Palermo. In het werk van beide zit een verwante intuïtieve sensibiliteit en sensitiviteit. En Tineke zal het werk van Palermo zeker hebben gekend. Het bekijken van werk van Tineke Bouma en Palermo bevrijdt je voor een korte tijd van persoonlijke en maatschappelijke beslommeringen.
In de afgelopen decennia hebben we werk van Tineke - als zich de gelegenheid voordeed - regelmatig laten zien. Zo ook op een zogenaamde ‘Blauw Achterland’ expositie in 1997. Vier kunstenaars maakten voor de expositie een speciaal werk. Herman Lamers legde een vloer in de ruimte van zwarte platen met grote ronde gaten erin. Sarianne Breuker hing een aantal grote zwarte doeken in de ruimte met rood en witte patronen. Van Siree van de Velde hingen er twee videostills van een projectie die des avonds op een raam werd geprojecteerd en van buiten te zien was. En van Tineke hing op de achterwand een klein rood werk van rubber met uitgesneden vormen. Het was zo’n expositie waarin alles klopte: het werk, de kleuren, de vormen, de ruimtelijke indeling, overigens zonder dat het geheel een steriele of bedachte in druk maakte. Weinig mensen hebben deze expositie gezien helaas, ondanks een lovende recensie in - toen nog - het ‘Nieuwsblad van het Noorden’ van de hand van Herma Hekkema. Het was wonderlijk dat een klein werk van Tineke (het zal zo’n 60 bij 40 centimeter zijn geweest) zo een monumentale en intrigerende indruk kon maken.
Het werk van Tineke Bouma is tijdloos - en dat was ook de bedoeling, het refereerde niet aan tijdgebonden opvattingen, modes, maatschappelijke relevantie of wat dan ook. Haar oeuvre heeft niet de internationale statuur gekregen als het werk van Palermo. Maar net als dat werk verdient het om -op bescheidener schaal - toch regelmatig weer te worden getoond.
Jacob van der Veen, februari 2011
Courtesy: Galerie Phoebus, Rotterdam | ||